Sinds 1 juli 2015 heeft de Kantonrechtersformule -behoudens enkele uitzonderingen- plaats gemaakt voor de transitievergoeding. Bij veel werkgevers bestond het misverstand dat daardoor even voorafgaande aan 1 juli goedkoop afscheid kon worden genomen van een werknemer. Dat dacht vermoedelijk ook de werkgever in de volgende zaak.
Wat was het geval?
Werkneemster, secretaresse, is in 2013 in dienst getreden bij werkgeefster, een ingenieursbureau. Het was haar eerste baan. De secretaresse voerde haar werkzaamheden uit onder leiding van een mannelijke en vrouwelijk leidinggevende/directeur (die echtgenoten van elkaar zijn).
Voor de € 1622 bruto per maand werd aan werkneemster wel de eis gesteld dat zij zich moest houden aan het strikte kledingvoorschrift: ze moest hoge hakken dragen en een dun, strak getailleerd satijnen rokje (speciaal hiervoor door de werkgever aangeschaft in het buitenland). De reden voor het kledingvoorschrift was volgens de echtgenoot dat de secretaresse alsdan representatief was en volgens de echtgenote bracht het satijnenrokje vooral “geluk” bij het zaken doen voor haar echtgenoot. De secretaresse heeft dit kledingvoorschrift lange tijd opgevolgd, maar schaamde zich tegelijkertijd ook wel zodat zij zich op kantoor pas ging omkleden. De secretaresse werd uiteindelijk misselijk bij het idee en werd er ziek van.
Werkgever verzocht ontbinding van de arbeidsovereenkomst omdat het vertrouwen zou ontbreken en omdat werkneemster werkgever ten onrechte zou hebben beschuldigd van seksuele intimidatie: de echtgenoot raakte haar ook wel eens aan bij haar billen.
De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst en kent een ‘billijke’ vergoeding toe van € 20.000 bruto aan werkneemster.
Om kennis te nemen van de uitspraak: http://bit.ly/1LPckYB