Omdat in Nederland, anders dan in België, bij wet geen gerechtelijke of buitengerechtelijke “bemiddeling” is geregeld, is het arrest sec voor wat betreft de beantwoording van de prejudiciële vraag in relatie tot de Belgische (grond-) wet niet van betekenis.
De door het Europese Hof gegeven uitleg in het arrest (C-667/18) is wel van belang voor de Nederlandse rechtspraktijk en voor de Nederlandse verzekerden, voor zover het betreft de uitleg van het Europese Hof ten aanzien van de Europese richtlijn 2009/138 en eventuele onvolledigheden of onvolkomenheden in de implementatie van de betreffende richtlijn via de Nederlandse Wet Financieel Toezicht (Wft).
De uitleg van het Europese Hof impliceert dat Nederlandse verzekeraars de kosten met betrekking tot de rechtsbijstand in de voorbereidende fase (dus de fase naar aanloop van een procedure) én de kosten van de gerechtelijke of administratieve fase van de advocaat of externe procesvertegenwoordiger naar keuze volledig moeten vergoeden, dus met inbegrip van voorbereiden (dossierstudie, analyseren, strategie), overleggen, correspondentie, besprekingen, rechtsbijstand ter voorbereiding op mediation, rechtsbijstand tijdens mediation, schikkingspogingen en de effectuering van de schikking.
Waarom deze post?
Orange Legal biedt werkgevers en werknemers al vele jaren kwalitatief uitstekende rechtsbijstand op het gebied van arbeidsrecht/ontslagrecht (het specialisme van Orange Legal). Ook publiceert Orange Legal regelmatig om vakinhoudelijke kennis te delen. Daarnaast zet Orange Legal zich in voor de belangen van de consument en voor onze rechtsstaat.
Dit artikel is geschreven door mr. Floris Zwartkruis
Zie ook www.orangelegal.nl Voor vragen over dit artikel of om een nieuwe ontslagrecht/arbeidsrecht zaak aan te melden of een kwestie ter advies voor te leggen, kunt u desgewenst contact opnemen via info@orangelegal.nl of stuur gerust een P.M. naar Floris Zwartkruis.